-
1 Zelt
〈o.; Zelt(e)s, Zelte〉♦voorbeelden:〈figuurlijk; meestal schertsend〉 er hat seine Zelte wieder abgebrochen • hij is weer vertrokken, verhuisd -
2 Asche
Asche〈v.; Asche, Aschen〉♦voorbeelden:〈 meestal schertsend〉 sich 〈 3e naamval〉 Asche aufs Haupt streuen • as op zijn hoofd strooien, diep berouw tonenin (Schutt und) Asche legen • in (de) as leggen -
3 Feier
Feier〈v.; Feier, Feiern〉♦voorbeelden: -
4 Frechdachs
-
5 Morgen
Morgen〈m.; Morgens, Morgen〉1 morgen, ochtend♦voorbeelden:bis in den hellen Morgen schlafen • een gat in de dag slapenheute Morgen • vanmorgenam Morgen • 's morgensam anderen Morgen • de volgende morgenfrüh am Morgen • vroeg op de morgengegen Morgen • tegen de morgeneines (schönen) Morgens • op een (mooie, goede) morgen〈formeel; meestal schertsend〉 frisch, schön wie der junge Morgen • fris, mooi als de dageraad¶ 〈 spreekwoord〉 Spinne(n) am Morgen bringt Kummer und Sorgen, Spinne(n) am Abend erquickend und labend • een spin in de morgen geeft kommer en zorgen -
6 Nimmerwiedersehen
Nimmerwiedersehen〈o.〉♦voorbeelden:¶ 〈informeel; meestal schertsend〉 auf Nimmerwiedersehen • voor (eens en voor) altijd, zonder ooit weer te zien -
7 teuer
-
8 Fisch
〈m.; Fisch(e)s, Fische〉♦voorbeelden:gesund wie ein Fisch im Wasser • zo gezond als een vis(je)¶ 〈informeel; schertsend; figuurlijk〉 ein dicker, großer Fisch • (a) een gewichtig persoon; (b) een zware jongen〈informeel; figuurlijk〉 faule Fische • smoesjes, leugens〈informeel; figuurlijk〉 ein (kalter) Fisch • een koude, gevoelloze natuur
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский